Een vulkaan barst uit in fases. Dit zijn de fases:

  1. Onder de vulkaan zit een magmakamer. Deze vult zich langzaam met nieuwe magma. Een slapende vulkaan heeft een kraterprop. Dit is afgekoelde en lava.
  2. Is de magma kamer vol en dan neemt de druk op de grond boven deze kamer toe en wordt de magma door de kraterpijp naar boven gestuwd
  3. De grond begint te trillen en de zijden van de vulkaan beginnen uit te puilen. Vanuit de krater ontsnappen gassen en is er een zwavel lucht te ruiken
  4. Zijn er gassen aanwezig bij de magma, dan begint de uitbarsting met een luide explosie. Er worden stenen en as de lucht ingeblazen, vaak meters hoog. Deze as komt, omdat het bijna niets weegt als een asregen kilometers ver pas weer terug op aarde
  5. Minder gas, dan is de uitbarsting niet zo erg. De lava stroomt “gewoon” langs de vulkaan naar beneden. Dit is wel een soort uitbarsting die heel lang kan duren, dagen of zelfs maanden